Artikel 6 - Rechtmatigheid van de verwerking
-
1.
De verwerking is alleen rechtmatig indien en voor zover aan ten minste een van de onderstaande voorwaarden is voldaan:
- a) de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden;
- b) de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of om op verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen;
- c) de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;
- d) de verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te beschermen;
- e) de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen;
- f) de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
- 2. De lidstaten kunnen specifiekere bepalingen handhaven of invoeren ter aanpassing van de manier waarop de regels van deze verordening met betrekking tot de verwerking met het oog op de naleving van lid 1, punten c) en e), worden toegepast; hiertoe kunnen zij een nadere omschrijving geven van specifieke voorschriften voor de verwerking en andere maatregelen om een rechtmatige en behoorlijke verwerking te waarborgen, ook voor andere specifieke verwerkingssituaties als bedoeld in hoofdstuk IX.
-
3.
De rechtsgrond voor de in lid 1, punten c) en e), bedoelde verwerking moet worden vastgesteld bij:
- a) Unierecht; of
- b) lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is.
-
4.
Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op toestemming van de betrokkene of op een Unierechtelijke bepaling of een lidstaatrechtelijke bepaling die in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel vormt ter waarborging van de in artikel 23, lid 1, bedoelde doelstellingen houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer rekening met:
- a) ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking;
- b) het kader waarin de persoonsgegevens zijn verzameld, met name wat de verhouding tussen de betrokkenen en de verwerkingsverantwoordelijke betreft;
- c) de aard van de persoonsgegevens, met name of bijzondere categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt, overeenkomstig artikel 9, en of persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten worden verwerkt, overeenkomstig artikel 10;
- d) de mogelijke gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen;
- e) het bestaan van passende waarborgen, waaronder eventueel versleuteling of pseudonimisering.
Relevante overwegingen
- 39. Elke verwerking van persoonsgegevens dient behoorlijk en rechtmatig te geschieden. Voor natuurlijke personen dient het transparant te zijn dat hen betreffende persoonsgegevens worden verzameld, gebruikt, geraadpleegd of anderszins verwerkt en in hoeverre de persoonsgegevens worden verwerkt of zullen worden verwerkt. Overeenkomstig het transparantiebeginsel moeten informatie en communicatie in verband met de verwerking van die persoonsgegevens eenvoudig toegankelijk en begrijpelijk zijn, en moet duidelijke en eenvoudige taal worden gebruikt. Dat beginsel betreft met name het informeren van de betrokkenen over de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke en de doeleinden van de verwerking, alsook verdere informatie om te zorgen voor behoorlijke en transparante verwerking met betrekking tot de natuurlijke personen in kwestie en hun recht om bevestiging en mededeling te krijgen van hun persoonsgegevens die worden verwerkt. Natuurlijke personen moeten bewust worden gemaakt van de risico's, regels, waarborgen en rechten in verband met de verwerking van persoonsgegevens, alsook van de wijze waarop zij hun rechten met betrekking tot deze verwerking kunnen uitoefenen. Meer bepaald dienen de specifieke doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt, expliciet en gerechtvaardigd te zijn en te zijn vastgesteld wanneer de persoonsgegevens worden verzameld. De persoonsgegevens dienen toereikend en ter zake dienend te zijn en beperkt te blijven tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. Dit vereist met name dat ervoor wordt gezorgd dat de opslagperiode van de persoonsgegevens tot een strikt minimum wordt beperkt. Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt indien het doel van de verwerking niet redelijkerwijs op een andere wijze kan worden verwezenlijkt. Om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is, dient de verwerkingsverantwoordelijke termijnen vast te stellen voor het wissen van gegevens of voor een periodieke toetsing ervan. Alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat onjuiste persoonsgegevens worden gerectificeerd of gewist. Persoonsgegevens moeten worden verwerkt op een manier die een passende beveiliging en vertrouwelijkheid van die gegevens waarborgt, ook ter voorkoming van ongeoorloofde toegang tot of het ongeoorloofde gebruik van persoonsgegevens en de apparatuur die voor de verwerking wordt gebruikt.
- 40. Voor rechtmatige verwerking van persoonsgegevens is de toestemming van de betrokkene vereist of een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet, hetzij in deze verordening, hetzij in andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen als bedoeld in deze verordening, of ook dat de verwerking noodzakelijk is om te voldoen aan wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust of om een overeenkomst uit te voeren waarbij de betrokkene partij is of om op verzoek van de betrokkene voorafgaand aan het aangaan van een overeenkomst maatregelen te nemen.
- 41. Wanneer in deze verordening naar een rechtsgrond of een wetgevingsmaatregel wordt verwezen, vereist dit niet noodzakelijkerwijs dat een door een parlement vastgestelde wetgevingshandeling nodig is, onverminderd de vereisten overeenkomstig de grondwettelijke orde van de lidstaat in kwestie. Deze rechtsgrond of wetgevingsmaatregel moet evenwel duidelijk en nauwkeurig zijn, en de toepassing daarvan moet voorspelbaar zijn voor degenen op wie deze van toepassing is, zoals vereist door de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof van Justitie) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
- 42. Indien de verwerking plaatsvindt op grond van toestemming van de betrokkene, moet de verwerkingsverantwoordelijke kunnen aantonen dat de betrokkene toestemming heeft gegeven voor de verwerking. Met name in de context van een schriftelijke verklaring over een andere zaak dient te worden gewaarborgd dat de betrokkene zich ervan bewust is dat hij toestemming geeft en hoever deze toestemming reikt. In overeenstemming met Richtlijn 93/13/EEG van de RaadRichtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29). stelt de verwerkingsverantwoordelijke vooraf een verklaring van toestemming op in een begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal; deze verklaring mag geen oneerlijke bedingen bevatten. Opdat toestemming met kennis van zaken wordt gegeven, moet de betrokkene ten minste bekend zijn met de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijke en de doeleinden van de verwerking van de persoonsgegevens. Toestemming mag niet worden geacht vrijelijk te zijn verleend indien de betrokkene geen echte of vrije keuze heeft of zijn toestemming niet kan weigeren of intrekken zonder nadelige gevolgen.
- 43. Om ervoor te zorgen dat toestemming vrijelijk wordt verleend, mag toestemming geen geldige rechtsgrond zijn voor de verwerking van persoonsgegevens in een specifiek geval wanneer er sprake is van een duidelijke wanverhouding tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke, met name wanneer de verwerkingsverantwoordelijke een overheidsinstantie is, en dit het onwaarschijnlijk maakt dat de toestemming in alle omstandigheden van die specifieke situatie vrijelijk is verleend. De toestemming wordt geacht niet vrijelijk te zijn verleend indien geen afzonderlijke toestemming kan worden gegeven voor verschillende persoonsgegevensverwerkingen ondanks het feit dat dit in het individuele geval passend is, of indien de uitvoering van een overeenkomst, daaronder begrepen het verlenen van een dienst, afhankelijk is van de toestemming ondanks het feit dat dergelijke toestemming niet noodzakelijk is voor die uitvoering.
- 44. Een verwerking die noodzakelijk is in het kader van een overeenkomst of een voorgenomen overeenkomst, dient rechtmatig te zijn.
- 45. Indien de verwerking wordt verricht omdat de verwerkingsverantwoordelijke hiertoe wettelijk is verplicht of indien de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang dan wel voor een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag, dient de verwerking een grondslag te hebben in het Unierecht of het lidstatelijke recht. Deze verordening schrijft niet voor dat voor elke afzonderlijke verwerking specifieke wetgeving vereist is. Er kan worden volstaan met wetgeving die als basis fungeert voor verscheidene verwerkingen op grond van een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, of voor verwerking die noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang dan wel voor een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag. Het moet ook het Unierecht of het lidstatelijke recht zijn die het doel van de verwerking bepaalt. Voorts zou dat recht een nadere omschrijving kunnen geven van de algemene voorwaarden van deze verordening waaraan de persoonsgegevensverwerking moet voldoen om rechtmatig te zijn, en specificaties kunnen vaststellen voor het bepalen van de verwerkingsverantwoordelijke, het type verwerkte persoonsgegevens, de betrokkenen, de entiteiten waaraan de persoonsgegevens mogen worden vrijgegeven, de doelbinding, de opslagperiode en andere maatregelen om te zorgen voor rechtmatige en behoorlijke verwerking. Ook dient in het Unierecht of het lidstatelijke recht te worden vastgesteld of de verwerkingsverantwoordelijke die is belast met een taak van algemeen belang dan wel met een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag, een overheidsinstantie of een andere publiekrechtelijke persoon of, indien zulks is gerechtvaardigd om redenen van algemeen belang, waaronder gezondheidsdoeleinden zoals volksgezondheid, sociale bescherming en het beheer van gezondheidszorgdiensten, een privaatrechtelijke persoon, zoals een beroepsvereniging, moet zijn.
- 46. De verwerking van persoonsgegevens dient ook als rechtmatig te worden beschouwd indien zij noodzakelijk is voor de bescherming van een belang dat voor het leven van de betrokkene of dat van een andere natuurlijke persoon essentieel is. Verwerking van persoonsgegevens op grond van het vitale belang voor een andere natuurlijke persoon is in beginsel alleen toegestaan indien de verwerking kennelijk niet op een andere rechtsgrond kan worden gebaseerd. Sommige typen persoonsgegevensverwerking kunnen zowel gewichtige redenen van algemeen belang als de vitale belangen van de betrokkene dienen, bijvoorbeeld wanneer de verwerking noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, onder meer voor het monitoren van een epidemie en de verspreiding daarvan of in humanitaire noodsituaties, met name bij natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen.
- 47. De gerechtvaardigde belangen van een verwerkingsverantwoordelijke, waaronder die van een verwerkingsverantwoordelijke aan wie de persoonsgegevens kunnen worden verstrekt, of van een derde, kan een rechtsgrond bieden voor verwerking, mits de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene niet zwaarder wegen, rekening houdend met de redelijke verwachtingen van de betrokkene op basis van zijn verhouding met de verwerkingsverantwoordelijke. Een dergelijk gerechtvaardigd belang kan bijvoorbeeld aanwezig zijn wanneer sprake is van een relevante en passende verhouding tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke, in situaties waarin de betrokkene een klant is of in dienst is van de verwerkingsverantwoordelijke. In elk geval is een zorgvuldige beoordeling geboden om te bepalen of sprake is van een gerechtvaardigd belang, alsook om te bepalen of een betrokkene op het tijdstip en in het kader van de verzameling van de persoonsgegevens redelijkerwijs mag verwachten dat verwerking met dat doel kan plaatsvinden. De belangen en de grondrechten van de betrokkene kunnen met name zwaarder wegen dan het belang van de verwerkingsverantwoordelijke wanneer persoonsgegevens worden verwerkt in omstandigheden waarin de betrokkenen redelijkerwijs geen verdere verwerking verwachten. Aangezien het aan de wetgever staat om de rechtsgrond voor persoonsgegevensverwerking door overheidsinstanties te creëren, mag die rechtsgrond niet van toepassing zijn op de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitvoering van hun taken. De verwerking van persoonsgegevens die strikt noodzakelijk is voor fraudevoorkoming is ook een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke in kwestie. De verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van direct marketing kan worden beschouwd als uitgevoerd met het oog op een gerechtvaardigd belang.
- 48. Verwerkingsverantwoordelijken die deel uitmaken van een concern of een groep van instellingen die aan een centraal lichaam verbonden zijn, kunnen een gerechtvaardigd belang hebben bij de doorzending van persoonsgegevens binnen het concern voor interne administratieve doeleinden, waaronder de verwerking van persoonsgegevens van klanten of werknemers. De algemene beginselen voor de doorgifte van persoonsgegevens, binnen een concern, aan een in een derde land gevestigde onderneming blijven onverlet.
- 49. De verwerking van persoonsgegevens voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig is met het oog op netwerk- en informatiebeveiliging, d.w.z. dat een netwerk of informatiesysteem op een bepaald vertrouwelijkheidsniveau bestand is tegen incidentele gebeurtenissen of onrechtmatige of kwaadaardige acties die de beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid van opgeslagen of doorgegeven persoonsgegevens in het gedrang brengen, en de beveiliging van de daarmee verband houdende diensten die door deze netwerken en systemen worden geboden of via deze toegankelijk zijn, door overheidsinstanties, computercrisisteams (computer emergency response teams), computercalamiteitenteams (computer security incident response teams), aanbieders van elektronische communicatienetwerken en -diensten en aanbieders van beveiligingstechnologie en -diensten, vormt een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke in kwestie. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van het verhinderen van ongeoorloofde toegang tot elektronische-communicatienetwerken en van verspreiding van kwaadaardige codes, alsook van het stoppen van denial of service- aanvallen en van schade aan computers en elektronischecommunicatiesystemen.
- 50. De verwerking van persoonsgegevens voor andere doeleinden dan die waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld, mag enkel worden toegestaan indien de verwerking verenigbaar is met de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld. In dat geval is er geen andere afzonderlijke rechtsgrond vereist dan die op grond waarvan de verzameling van persoonsgegevens werd toegestaan. Indien de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend, kan in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden vastgesteld en gespecificeerd voor welke taken en doeleinden de verdere verwerking als rechtmatig en verenigbaar met de aanvankelijke doeleinden moet worden beschouwd. De verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden, moet als een met de aanvankelijke doeleinden verenigbare rechtmatige verwerking worden beschouwd. De Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling die als rechtsgrond voor de verwerking van persoonsgegevens dient, kan ook als rechtsgrond voor verdere verwerking dienen. Om na te gaan of een doel van verdere verwerking verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld, moet de verwerkingsverantwoordelijke, nadat hij aan alle voorschriften inzake rechtmatigheid van de oorspronkelijke verwerking heeft voldaan, onder meer rekening houden met: een eventuele koppeling tussen die doeleinden en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking; het kader waarin de gegevens zijn verzameld; met name de redelijke verwachtingen van de betrokkenen op basis van hun verhouding met de verwerkingsverantwoordelijke betreffende het verdere gebruik ervan; de aard van de persoonsgegevens; de gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen; en passende waarborgen bij zowel de oorspronkelijke als de voorgenomen verdere verwerkingen.
- 171. Richtlijn 95/46/EG dient door deze verordening te worden vervangen. Verwerkingen die al gaande zijn op de datum van toepassing van deze verordening, dienen overeenkomstig deze verordening te worden gebracht binnen twee jaar na de inwerkingtreding ervan. Om de verwerkingsverantwoordelijke in staat te stellen na de datum van toepassing van deze verordening de verwerking voort te zetten, hoeft de betrokkene voor een verwerking waarmee hij krachtens Richtlijn 95/46/EG heeft ingestemd op een manier die aan de voorwaarden van deze verordening voldoet, niet nog eens toestemming te geven. Besluiten van de Commissie en door de toezichthoudende autoriteiten verleende toestemmingen die op Richtlijn 95/46/EG zijn gebaseerd, blijven van kracht totdat zij worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.
Jurisprudentie Hof van Justitie van de EU
Zaak-nr. | Arrest |
---|---|
C-667/21 |
ZQ tegen Medizinischer Dienst der Krankenversicherung Nordrhein, Körperschaft des öffentlichen Rechts Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1 – Voorwaarden voor rechtmatige verwerking – Artikel 9, leden 1 tot en met 3 – Verwerking van bijzondere categorieën van gegevens – Gegevens over gezondheid – Beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van een werknemer – Medische dienst van de zorgverzekeraars, die gegevens over de gezondheid van zijn eigen werknemers verwerkt – Toelaatbaarheid en voorwaarden van een dergelijke verwerking – Artikel 82, lid 1 – Recht op schadevergoeding en aansprakelijkheid – Vergoeding van immateriële schade – Compensatoire functie – Invloed van de schuld van de verwerkingsverantwoordelijke |
C-26/22 |
UF en AB tegen Land Hessen Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening \(EU\) 2016/679 – Artikel 5, lid 1, onder a) – Beginsel van ‚rechtmatigheid’ – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f) – Noodzaak van de verwerking voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde – Artikel 17, lid 1, onder d) – Recht op gegevenswissing wanneer de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt – Artikel 40 – Gedragscodes – Artikel 78, lid 1 – Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een toezichthoudende autoriteit – Door de toezichthoudende autoriteit vastgesteld besluit op een klacht – Omvang van de rechterlijke toetsing van dit besluit – Kredietinformatiebureaus – Bewaring van gegevens uit een openbaar register die betrekking hebben op de kwijtschelding van restschulden ten gunste van een persoon – Bewaartermijn |
C-252/21 |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’ |
C-60/22 |
UZ tegen Bundesrepublik Deutschland Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 5 – Beginselen inzake verwerking – Verantwoordelijkheid voor de verwerking – Artikel 6 – Rechtmatigheid van de verwerking – Door een overheidsinstantie opgesteld elektronisch dossier betreffende een asielverzoek – Doorzending aan de bevoegde nationale rechterlijke instantie via een elektronische postbus – Schending van de artikelen 26 en 30 – Geen regeling met betrekking tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verwerking en het bijhouden van het register van de verwerkingsactiviteiten – Gevolgen – Artikel 17, lid 1 – Recht op gegevenswissing (‚recht op vergetelheid’) – Artikel 18, lid 1 – Recht op beperking van de verwerking – Begrip ‚onrechtmatige verwerking’ – Inaanmerkingneming van het elektronisch dossier door een nationale rechterlijke instantie – Geen toestemming van de betrokkene |
C-268/21 |
Norra Stockholm Bygg AB tegen Per Nycander AB Prejudiciële verwijzing – Bescherming van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, leden 3 en 4 – Rechtmatigheid van de verwerking – Overlegging van een document dat persoonsgegevens bevat in het kader van een civiele gerechtelijke procedure – Artikel 23, lid 1, onder f) en j) – Bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures – Inning van civielrechtelijke vorderingen – Vereisten waaraan moet worden voldaan – Inaanmerkingneming van het belang van de betrokkenen – Afweging van de in het geding zijnde tegengestelde belangen – Artikel 5 – Minimale persoonsgegevensverwerking – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7 – Recht op eerbiediging van het privéleven – Artikel 8 – Recht op bescherming van persoonsgegevens – Artikel 47 – Recht op daadwerkelijke rechtsbescherming – Evenredigheidsbeginsel |
C-180/21 |
VS tegen Inspektor v Inspektorata kam Visshia sadeben savet Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikelen 2, 4 en 6 – Toepasselijkheid van verordening 2016/679 – Begrip ‚gerechtvaardigd belang’ – Begrip ‚taak van algemeen belang of taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag’ – Richtlijn (EU) 2016/680 – Artikelen 1, 3, 4, 6 en 9 – Rechtmatigheid van verwerking van persoonsgegevens die zijn verzameld in het kader van een strafrechtelijk onderzoek – Verdere verwerking van gegevens over het vermoedelijke slachtoffer van een strafbaar feit met het oog op zijn inbeschuldigingstelling – Begrip ‚ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld’ – Gegevens die worden gebruikt door het openbaar ministerie van een lidstaat om zich te verdedigen in een beroep wegens overheidsaansprakelijkheid |
C-306/21 |
Komisia za zashtita na lichnite danni en Tsentralna izbiratelna komisia tegen Koalitsia „Demokratichna Bulgaria - Obedinenie” Prejudiciële verwijzing – Bescherming van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Werkingssfeer – Artikel 2, lid 2, onder a) – Begrip ,activiteiten die buiten de werkingssfeer van het Unierecht vallen’ – Nationale en Europese verkiezingen – Artikel 6, lid 1, onder e) – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 58 – Handeling van de toezichthoudende autoriteiten waarbij de mogelijkheid om het tellen van de stemmen in de stembureaus op video vast te leggen wordt beperkt of, in voorkomend geval, uitgesloten |
C-77/21 |
Digi Távközlési és Szolgáltató Kft. tegen Nemzeti Adatvédelmi és Információszabadság Hatóság Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 5, lid 1, onder b) en e) – Beginsel van doelbinding – Beginsel van opslagbeperking – Opzetten, op basis van een bestaande databank, van een nieuwe databank voor het uitvoeren van tests en herstellen van fouten – Verdere verwerking van de gegevens – Verenigbaarheid van de verdere verwerking van deze gegevens met de doeleinden van de oorspronkelijke verzameling – Opslagperiode in het licht van deze doeleinden |
C-184/20 |
OT tegen Vyriausioji tarnybinės etikos komisija Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7, artikel 8, en artikel 52, lid 1 – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 7, onder c) – Artikel 8, lid 1 – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder c), en lid 3, tweede alinea – Artikel 9, lid 1 – Verwerking die noodzakelijk is om te voldoen aan een op de verwerkingsverantwoordelijke rustende wettelijke verplichting – Doelstelling van algemeen belang – Evenredigheid – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Nationale regeling op grond waarvan gegevens die zijn opgenomen in de opgaven van particuliere belangen van natuurlijke personen die werkzaam zijn in openbare dienst of van bestuurders van verenigingen of instellingen die overheidsmiddelen ontvangen, moeten worden gepubliceerd op het internet – Voorkoming van belangenconflicten en corruptie in de openbare sector |
C-439/19 |
Procedure ingeleid door B Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikelen 5, 6 en 10 – Nationale wetgeving op grond waarvan het publiek toegang wordt verleend tot persoonsgegevens die betrekking hebben op strafpunten voor verkeersovertredingen – Rechtmatigheid – Begrip ,persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten’ – Openbaarmaking met het oog op de verhoging van de verkeersveiligheid – Recht van toegang van het publiek tot officiële documenten – Vrijheid van informatie – Verenigbaarheid met het grondrecht op eerbiediging van het privéleven en het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens – Hergebruik van gegevens – Artikel 267 VWEU – Werking in de tijd van een prejudiciële beslissing – Mogelijkheid voor een constitutionele rechter van een lidstaat om de rechtsgevolgen te handhaven van een nationale wettelijke regeling die onverenigbaar is met het Unierecht – Beginsel van voorrang van het Unierecht en rechtszekerheidsbeginsel |
C-597/19 |
Mircom International Content Management & Consulting (M.I.C.M.) Limited tegen Telenet BVBA Prejudiciële verwijzing – Intellectuele eigendom – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29/EG – Artikel 3, leden 1 en 2 – Begrip ‚beschikbaarstelling voor het publiek’ – Downloaden van een bestand met een beschermd werk via een peer-to-peernetwerk en gelijktijdige beschikbaarstelling van de onderdelen van dat bestand ter upload – Richtlijn 2004/48/EG – Artikel 3, lid 2 – Misbruik van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen – Artikel 4 – Personen die bevoegd zijn om te verzoeken om toepassing van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen – Artikel 8 – Recht op informatie – Artikel 13 – Begrip ‚schade’ – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f) – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Rechtmatigheid van de verwerking – Richtlijn 2002/58/EG – Artikel 15, lid 1 – Wettelijke maatregelen ter beperking van de reikwijdte van rechten en plichten – Grondrechten – Artikelen 7 en 8, artikel 17, lid 2, en artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie |
C-61/19 |
Orange Romania SA tegen Autoritatea Naţională de Supraveghere a Prelucrării Datelor cu Caracter Personal (ANSPDCP) Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 2, onder h), en artikel 7, onder a) – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 4, punt 11, en artikel 6, lid 1, onder a) – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer – Verzamelen en bewaren van kopieën van identiteitsbewijzen door een aanbieder van mobieletelecommunicatiediensten – Begrip ‚toestemming’ van de betrokkene – Vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting – Verlenen van toestemming door een vakje aan te vinken – Ondertekening van de overeenkomst door de betrokkene – Bewijslast |
C-673/17 |
Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband e.V. tegen Planet49 GmbH Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 95/46/EG – Richtlijn 2002/58/EG – Verordening (EU) 2016/679 – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie – Cookies – Begrip ‚toestemming van de betrokkene’ – Verklaring van toestemming door middel van een standaard aangevinkt selectievakje |
Bepaling | Arrest(en) |
---|---|
Artikel 6, lid 1 |
ZQ tegen Medizinischer Dienst der Krankenversicherung Nordrhein, Körperschaft des öffentlichen Rechts Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1 – Voorwaarden voor rechtmatige verwerking – Artikel 9, leden 1 tot en met 3 – Verwerking van bijzondere categorieën van gegevens – Gegevens over gezondheid – Beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van een werknemer – Medische dienst van de zorgverzekeraars, die gegevens over de gezondheid van zijn eigen werknemers verwerkt – Toelaatbaarheid en voorwaarden van een dergelijke verwerking – Artikel 82, lid 1 – Recht op schadevergoeding en aansprakelijkheid – Vergoeding van immateriële schade – Compensatoire functie – Invloed van de schuld van de verwerkingsverantwoordelijke |
Artikel 6, lid 1 |
UZ tegen Bundesrepublik Deutschland Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 5 – Beginselen inzake verwerking – Verantwoordelijkheid voor de verwerking – Artikel 6 – Rechtmatigheid van de verwerking – Door een overheidsinstantie opgesteld elektronisch dossier betreffende een asielverzoek – Doorzending aan de bevoegde nationale rechterlijke instantie via een elektronische postbus – Schending van de artikelen 26 en 30 – Geen regeling met betrekking tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de verwerking en het bijhouden van het register van de verwerkingsactiviteiten – Gevolgen – Artikel 17, lid 1 – Recht op gegevenswissing (‚recht op vergetelheid’) – Artikel 18, lid 1 – Recht op beperking van de verwerking – Begrip ‚onrechtmatige verwerking’ – Inaanmerkingneming van het elektronisch dossier door een nationale rechterlijke instantie – Geen toestemming van de betrokkene |
Artikel 6, lid 1, l3 |
OT tegen Vyriausioji tarnybinės etikos komisija Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7, artikel 8, en artikel 52, lid 1 – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 7, onder c) – Artikel 8, lid 1 – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder c), en lid 3, tweede alinea – Artikel 9, lid 1 – Verwerking die noodzakelijk is om te voldoen aan een op de verwerkingsverantwoordelijke rustende wettelijke verplichting – Doelstelling van algemeen belang – Evenredigheid – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Nationale regeling op grond waarvan gegevens die zijn opgenomen in de opgaven van particuliere belangen van natuurlijke personen die werkzaam zijn in openbare dienst of van bestuurders van verenigingen of instellingen die overheidsmiddelen ontvangen, moeten worden gepubliceerd op het internet – Voorkoming van belangenconflicten en corruptie in de openbare sector |
Artikel 6, lid 1, sub a |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’ |
Artikel 6, lid 1, sub b |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’ |
Artikel 6, lid 1, sub c |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’ |
Artikel 6, lid 1, sub d |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’ |
Artikel 6, lid 1, sub e |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’
VS tegen Inspektor v Inspektorata kam Visshia sadeben savet Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikelen 2, 4 en 6 – Toepasselijkheid van verordening 2016/679 – Begrip ‚gerechtvaardigd belang’ – Begrip ‚taak van algemeen belang of taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag’ – Richtlijn (EU) 2016/680 – Artikelen 1, 3, 4, 6 en 9 – Rechtmatigheid van verwerking van persoonsgegevens die zijn verzameld in het kader van een strafrechtelijk onderzoek – Verdere verwerking van gegevens over het vermoedelijke slachtoffer van een strafbaar feit met het oog op zijn inbeschuldigingstelling – Begrip ‚ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld’ – Gegevens die worden gebruikt door het openbaar ministerie van een lidstaat om zich te verdedigen in een beroep wegens overheidsaansprakelijkheid |
Artikel 6, lid 1, sub f |
Meta Platforms Inc., anciennement Facebook Inc. e.a. tegen Bundeskartellamt Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Online sociale netwerken – Misbruik van machtspositie door de exploitant van een dergelijk netwerk – Misbruik bestaande in de verwerking van persoonsgegevens van de gebruikers van dat netwerk, in welke verwerking is voorzien in de algemene gebruiksvoorwaarden van dat netwerk – Bevoegdheid van een mededingingsautoriteit van een lidstaat om vast te stellen dat deze verwerking niet in overeenstemming is met die verordening – Verhouding tot de bevoegdheden van de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens – Artikel 4, lid 3, VEU – Beginsel van loyale samenwerking – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder a) tot en met f), van verordening 2016/679 – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 9, leden 1 en 2 – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Artikel 4, punt 11 – Begrip ‚toestemming’
Mircom International Content Management & Consulting (M.I.C.M.) Limited tegen Telenet BVBA Prejudiciële verwijzing – Intellectuele eigendom – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29/EG – Artikel 3, leden 1 en 2 – Begrip ‚beschikbaarstelling voor het publiek’ – Downloaden van een bestand met een beschermd werk via een peer-to-peernetwerk en gelijktijdige beschikbaarstelling van de onderdelen van dat bestand ter upload – Richtlijn 2004/48/EG – Artikel 3, lid 2 – Misbruik van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen – Artikel 4 – Personen die bevoegd zijn om te verzoeken om toepassing van maatregelen, procedures en rechtsmiddelen – Artikel 8 – Recht op informatie – Artikel 13 – Begrip ‚schade’ – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f) – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Rechtmatigheid van de verwerking – Richtlijn 2002/58/EG – Artikel 15, lid 1 – Wettelijke maatregelen ter beperking van de reikwijdte van rechten en plichten – Grondrechten – Artikelen 7 en 8, artikel 17, lid 2, en artikel 47, eerste alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie |
Artikel 6, lid 1, sub a |
Orange Romania SA tegen Autoritatea Naţională de Supraveghere a Prelucrării Datelor cu Caracter Personal (ANSPDCP) Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 2, onder h), en artikel 7, onder a) – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 4, punt 11, en artikel 6, lid 1, onder a) – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer – Verzamelen en bewaren van kopieën van identiteitsbewijzen door een aanbieder van mobieletelecommunicatiediensten – Begrip ‚toestemming’ van de betrokkene – Vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting – Verlenen van toestemming door een vakje aan te vinken – Ondertekening van de overeenkomst door de betrokkene – Bewijslast
Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände – Verbraucherzentrale Bundesverband e.V. tegen Planet49 GmbH Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 95/46/EG – Richtlijn 2002/58/EG – Verordening (EU) 2016/679 – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie – Cookies – Begrip ‚toestemming van de betrokkene’ – Verklaring van toestemming door middel van een standaard aangevinkt selectievakje |
Artikel 6, lid 1, sub e |
Komisia za zashtita na lichnite danni en Tsentralna izbiratelna komisia tegen Koalitsia „Demokratichna Bulgaria - Obedinenie” Prejudiciële verwijzing – Bescherming van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Werkingssfeer – Artikel 2, lid 2, onder a) – Begrip ,activiteiten die buiten de werkingssfeer van het Unierecht vallen’ – Nationale en Europese verkiezingen – Artikel 6, lid 1, onder e) – Rechtmatigheid van de verwerking – Artikel 58 – Handeling van de toezichthoudende autoriteiten waarbij de mogelijkheid om het tellen van de stemmen in de stembureaus op video vast te leggen wordt beperkt of, in voorkomend geval, uitgesloten
Procedure ingeleid door B Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikelen 5, 6 en 10 – Nationale wetgeving op grond waarvan het publiek toegang wordt verleend tot persoonsgegevens die betrekking hebben op strafpunten voor verkeersovertredingen – Rechtmatigheid – Begrip ,persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten’ – Openbaarmaking met het oog op de verhoging van de verkeersveiligheid – Recht van toegang van het publiek tot officiële documenten – Vrijheid van informatie – Verenigbaarheid met het grondrecht op eerbiediging van het privéleven en het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens – Hergebruik van gegevens – Artikel 267 VWEU – Werking in de tijd van een prejudiciële beslissing – Mogelijkheid voor een constitutionele rechter van een lidstaat om de rechtsgevolgen te handhaven van een nationale wettelijke regeling die onverenigbaar is met het Unierecht – Beginsel van voorrang van het Unierecht en rechtszekerheidsbeginsel |
Artikel 6, lid 1, sub f |
UF en AB tegen Land Hessen Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening \(EU\) 2016/679 – Artikel 5, lid 1, onder a) – Beginsel van ‚rechtmatigheid’ – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder f) – Noodzaak van de verwerking voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde – Artikel 17, lid 1, onder d) – Recht op gegevenswissing wanneer de persoonsgegevens onrechtmatig zijn verwerkt – Artikel 40 – Gedragscodes – Artikel 78, lid 1 – Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een toezichthoudende autoriteit – Door de toezichthoudende autoriteit vastgesteld besluit op een klacht – Omvang van de rechterlijke toetsing van dit besluit – Kredietinformatiebureaus – Bewaring van gegevens uit een openbaar register die betrekking hebben op de kwijtschelding van restschulden ten gunste van een persoon – Bewaartermijn |
Artikel 6, lid 3 |
Norra Stockholm Bygg AB tegen Per Nycander AB Prejudiciële verwijzing – Bescherming van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, leden 3 en 4 – Rechtmatigheid van de verwerking – Overlegging van een document dat persoonsgegevens bevat in het kader van een civiele gerechtelijke procedure – Artikel 23, lid 1, onder f) en j) – Bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures – Inning van civielrechtelijke vorderingen – Vereisten waaraan moet worden voldaan – Inaanmerkingneming van het belang van de betrokkenen – Afweging van de in het geding zijnde tegengestelde belangen – Artikel 5 – Minimale persoonsgegevensverwerking – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7 – Recht op eerbiediging van het privéleven – Artikel 8 – Recht op bescherming van persoonsgegevens – Artikel 47 – Recht op daadwerkelijke rechtsbescherming – Evenredigheidsbeginsel
OT tegen Vyriausioji tarnybinės etikos komisija Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7, artikel 8, en artikel 52, lid 1 – Richtlijn 95/46/EG – Artikel 7, onder c) – Artikel 8, lid 1 – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, lid 1, eerste alinea, onder c), en lid 3, tweede alinea – Artikel 9, lid 1 – Verwerking die noodzakelijk is om te voldoen aan een op de verwerkingsverantwoordelijke rustende wettelijke verplichting – Doelstelling van algemeen belang – Evenredigheid – Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens – Nationale regeling op grond waarvan gegevens die zijn opgenomen in de opgaven van particuliere belangen van natuurlijke personen die werkzaam zijn in openbare dienst of van bestuurders van verenigingen of instellingen die overheidsmiddelen ontvangen, moeten worden gepubliceerd op het internet – Voorkoming van belangenconflicten en corruptie in de openbare sector |
Artikel 6, lid 4 |
Norra Stockholm Bygg AB tegen Per Nycander AB Prejudiciële verwijzing – Bescherming van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 6, leden 3 en 4 – Rechtmatigheid van de verwerking – Overlegging van een document dat persoonsgegevens bevat in het kader van een civiele gerechtelijke procedure – Artikel 23, lid 1, onder f) en j) – Bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures – Inning van civielrechtelijke vorderingen – Vereisten waaraan moet worden voldaan – Inaanmerkingneming van het belang van de betrokkenen – Afweging van de in het geding zijnde tegengestelde belangen – Artikel 5 – Minimale persoonsgegevensverwerking – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 7 – Recht op eerbiediging van het privéleven – Artikel 8 – Recht op bescherming van persoonsgegevens – Artikel 47 – Recht op daadwerkelijke rechtsbescherming – Evenredigheidsbeginsel
Digi Távközlési és Szolgáltató Kft. tegen Nemzeti Adatvédelmi és Információszabadság Hatóság Prejudiciële verwijzing – Bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 5, lid 1, onder b) en e) – Beginsel van doelbinding – Beginsel van opslagbeperking – Opzetten, op basis van een bestaande databank, van een nieuwe databank voor het uitvoeren van tests en herstellen van fouten – Verdere verwerking van de gegevens – Verenigbaarheid van de verdere verwerking van deze gegevens met de doeleinden van de oorspronkelijke verzameling – Opslagperiode in het licht van deze doeleinden |
Sanctie-besluiten en EDPB-richtsnoeren
Datum publicatie | Document |
---|---|
16 juli 2024 |
Besluit boete AS Watson - Kruidvat Cookies; Big data en profilering - De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een boete van 600. 000 euro opgelegd aan het bedrijf achter drogisterij Kruidvat. De reden voor de boete is dat het bedrijf bezoekers van Kruidvat. nl volgde met tracking cookies, zonder dat zij dat wisten of daarvoor toestemming hadden gegeven. Het bedrijf verzamelde en gebruikte daarmee tegen de regels in gevoelige persoonsgegevens van miljoenen websitebezoekers. Het bedrijf achter Kruidvat, AS Watson (Health…. |
17 november 2023 |
Boete voor gemeente Voorschoten Gemeenten - De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een boete van 30. 000 euro opgelegd aan de gemeente Voorschoten. De reden is dat de gemeente Voorschoten informatie over afval van individuele huishoudens veel langer bewaarde dan nodig was. En de inwoners hier bovendien niet goed over informeerde. Lees verder: Boete van 30. 000 euro voor gemeente Voorschoten. 1 Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Hoge Nieuwstraat 8, 2514 EL Den Haag T 070 8888 500 - F 070…. |
7 december 2021 |
Boete Belastingdienst kinderopvangtoeslag Uitkering en sociale zekerheid; Algoritmes uitgelegd - De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de Belastingdienst een boete opgelegd van 2,75 miljoen euro. De reden is dat de Belastingdienst jarenlang de (dubbele) nationaliteit van aanvragers van kinderopvangtoeslag op onrechtmatige, discriminerende en daarmee onbehoorlijke wijze heeft verwerkt. Dit zijn ernstige overtredingen van de privacywet, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Lees verder: Boete Belastingdienst voor…. |
29 april 2021 |
Boete wifitracking Enschede Wifi en bluetooth; Gemeenten - De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een boete van 600. 000 euro opgelegd aan de gemeente Enschede. De reden voor de boete is dat gemeente Enschede wifitracking gebruikte in de binnenstad op een manier die niet mag. Daardoor was het mogelijk winkelend publiek en mensen die in de binnenstad wonen of werken te volgen. Lees verder: Boete gemeente Enschede om wifitracking. Update maart 2024Op 2 februari 2024 heeft de rechtbank Overijssel geoordeeld dat de AP…. |
3 maart 2020 |
Boete KNLTB De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) legt de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB) een boete op van 525. 000 euro voor het onrechtmatig verstrekken van persoonsgegevens van KNLTB-leden aan twee sponsoren. De KNLTB verdiende hier geld aan. De sponsoren gebruikten de gegevens om de leden te benaderen met een promotionele actie. De AP concludeert na onderzoek dat de verstrekkingen van persoonsgegevens door de KNLTB aan de twee sponsoren in strijd was met de Algemene verordening…. |
9 januari 2025 |
Woo-besluit: Besluit op bezwaar boete KNLTB De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een Woo-verzoek ontvangen over het besluit op bezwaar van de boete voor de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (KNLTB). De AP besluit de informatie voor een deel openbaar te maken. Informatie over bedrijfs- en fabricagegegevens die vertrouwelijk met de AP zijn gedeeld, wordt niet openbaar gemaakt. Ook staan er persoonsgegevens in de documenten. Deze gegevens zijn geanonimiseerd. RAN k Dljete: lens al AUTORITEIT PERSOONSGEGEVENS Autoriteit…. |
24 december 2024 |
Besluit op bezwaar boete Coolblue Cookies - De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een boete van 40. 000 euro opgelegd aan Coolblue voor het onrechtmatig verwerken van persoonsgegevens in 2020. Het bedrijf verzamelde destijds via cookies persoonsgegevens van bezoekers van de webshop, zonder dat die daar expliciet mee akkoord waren gegaan. Coolblue ging er automatisch van uit dat bezoekers ermee instemden. Dat mag niet. Lees verder: Boete voor Coolblue voor het ongevraagd gebruiken van cookies 1 Autoriteit…. |
- Inhoudsopgave
- Tekst van artikel 6
- Relevante overwegingen 13
- Arresten Hof van Justitie 13
- Besluiten en richtsnoeren 7
- Bijdragen?